"Mensen komen 
niet zónder werk 
te zitten"



Interview met innovatiedeskundige Eric Bartelsman

Lees verder


 

 

Met de digitalisering gaat het zo snel dat sommigen al spreken van een vierde industriële revolutie, die zorgt voor een fundamenteel andere manier van produceren en consumeren. Eric Bartelsman, hoogleraar economie en directeur van het Tinbergen Instituut, vertelt hoe we ons staande kunnen houden in een data-gedreven maatschappij.

 


Bartelsman - Portretfoto

 

Eric Bartelsman is hoogleraar economie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en directeur van het Tinbergen Instituut. Eerder werkte hij onder meer voor de Federal Reserve Board in Washington DC, was hij adviseur van het Centraal Planbureau (CPB) en hoofd Economisch onderzoek bij het ministerie van Economische Zaken. Zijn voornaamste aandachtsterrein: productiviteitsgroei op micro- en macroniveau.

 

 

Mogen we inderdaad spreken van een vierde industriële revolutie?

“Achteraf kun je goed aanwijzen wanneer een revolutie begint en eindigt. De fase duiden wanneer je er middenin zit, is lastiger. In elk geval lijkt de ontwikkeling die begin jaren vijftig is ingezet met de komst van transistoren, een verandering teweeg te brengen in de manier waarop we werken, onze productie organiseren en consumeren. De crux zit in de opkomst van een nieuw productiemiddel, naast arbeid en kapitaal: data of informatie. Als ik een hamer heb en jij niet, kan ik een steen stukslaan en jij niet. Met een algoritme kan ik een probleem stukslaan. Jij en vele anderen kunnen datzelfde algoritme gebruiken, zonder dat daarvoor extra middelen nodig zijn.”

 

Welke ontwikkeling op het gebied van digitale innovatie valt u het meeste op? En hoe gaat die ons leven veranderen? 

“Ik noem de kunstmatige-intelligentie-techniek ‘generative adversarial networks’. Daarbij nemen twee neurale netwerken het tegen elkaar op. Het ene probeert bijvoorbeeld een plaatje van een hond te maken, het andere beoordeelt vervolgens of het een echte hond ziet. Op basis van die feedback maakt het eerste netwerk weer een nieuwe tekening. Dat gaat zo door totdat er een goede hond is. De toepassingen zijn legio, van kredietrisico’s herkennen tot robots die heel snel beslissingen kunnen nemen op basis van patronen. Denk aan een stofzuiger die jouw kat herkent en dus niet over zijn staart rijdt.”



De crux zit in de opkomst van een nieuw productiemiddel, naast arbeid en kapitaal: data of informatie"


Vier industriële revoluties

De eerste industriële revolutie, rond 1750 in Engeland begonnen, stond in het teken van de overgang van handgemaakte naar machinaal vervaardigde goederen. Bijna anderhalve eeuw later ontstond de tweede industriële revolutie: elektriciteit, de olie-industrie en de verbrandingsmotor zagen het licht. De derde industriële revolutie begon in de jaren vijftig van deze eeuw. Langzaam maar zeker maakten computers het mogelijk om informatie bijna overal ter wereld te raadplegen. In de vierde industriële revolutie spelen onder andere kunstmatige intelligentie en robots een hoofdrol.

 

Gesprek met innovatiedeskundige Eric Bartelsman_werkplaats

Robots kunnen inmiddels meer dan stofzuigen. Welke gevolgen heeft dat voor de arbeidsmarkt? Worden sommige mensen straks overbodig? 

“Dat geldt eerder voor sommige taken. Vijftien jaar geleden dachten we nog dat vrachtwagenchauffeurs veilig waren. Want al rijdend de situatie waarnemen, beslissingen nemen en deze dan in hand- en voetbewegingen vertalen, dat zou een machine nooit kunnen overnemen… nou, wel dus. Ook in de zorg gaat er het nodige veranderen. Zo kan een zelflerend artificial-intelligence-systeem veel beter scanbeelden beoordelen dan een radioloog. Die twee beroepsgroepen zullen hun werk dus zien veranderen. Dat betekent overigens niet dat mensen zónder werk komen te zitten, maar dat de inhoud ervan gaat veranderen. Sommige taken zullen worden overgenomen door robots en kunstmatige intelligentie, mensen gaan zich meer toeleggen op taken die machines niet aankunnen.”

 

Welke risico’s van digitalisering ziet u?

“Het grootste gevaar schuilt in een ‘winner takes all’-uitkomst: enkele grote bedrijven die dankzij hun schat aan data zeer rijk en machtig worden. Ik pleit voor heldere data-eigendomsrechten. Om op die stofzuigerrobot terug te komen: stel dat hij over de staart van mijn kat rijdt, die vervolgens in de gordijnen springt. Om zoiets voortaan te voorkomen, stuurt de robot een foto naar de cloud: ‘dit is een kattenstaart’. Het voordeel is voor de fabrikant: zijn robots worden er beter van. Terwijl ik met die kapotte gordijnen blijf zitten. Al is het brokje data dat mijn kat heeft geleverd heel klein, wij zouden ook beloond moeten worden voor die verbeterde robots.”



"Het grootste gevaar schuilt in een ‘winner takes all’-uitkomst: enkele grote bedrijven die dankzij hun schat aan data zeer rijk en machtig worden”


Bartelsman - beeld - Trappenhuis

Het lijkt alsof de meest innovatieve bedrijven vooral uit de VS en China komen. Hoe doet Nederland het eigenlijk?

“Voor een goed ondernemersklimaat heb je uitstekend onderwijs nodig, een betrouwbare overheid en een aantrekkelijk woonklimaat. Dat is in Nederland allemaal dik in orde. We missen evenwel schaalgrootte. Een slimme digitale oplossing kost niks extra’s als zij door meer mensen wordt afgenomen, maar levert wel meer op. We zijn echter een klein land. Voor een grotere afzetmarkt moet je Europa in. Dat betekent je product vertalen, tegen verschillende soorten regelgeving aanlopen... Nederlandse bedrijven hebben wat dat betreft een ongunstiger uitgangspositie dan bedrijven in bijvoorbeeld de VS.”

 

Zijn er misschien nog andere vlakken waarop wij achterlopen?

“Ja. Neem de banken. Aan de ene kant zie ik de wil om te innoveren. Onder het personeel dat de laatste vijf jaar is aangetrokken, vind je veel jonge programmeurs en data scientists die slimme oplossingen kunnen bedenken. Ze stuiten echter vaak op het probleem dat afdelingen binnen de banken hun data niet met elkaar willen delen. Aan de top heb je dan iemand nodig die zegt: we doen het wél. Maar meestal wordt er – heel Nederlands – gepolderd, wat een waterig compromis oplevert dat echte innovatie tegenhoudt.”


“Ik ben geen fan van het woord sectoren, en evenmin gelukkig met het topsectorenbeleid”


Het kabinet stimuleert de samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen met het topsectorenbeleid, dat zich richt op terreinen als Logistiek en Life Sciences & Health. Wat vindt u van deze aanpak?

“Ik ben geen fan van het woord sectoren, en evenmin gelukkig met het topsectorenbeleid. Daarmee verdeel je alles in bestaande segmenten. Het hele idee van ‘disruptive technology’ is nu juist dat je de keten van grondstoffen tot eindproduct omgooit. Softwareboeren gaan ook auto’s en accu’s vervaardigen, een transportbedrijf wordt groenteboer. Bovendien sluit je zo alle toekomstige topondernemingen, die geen deel uitmaken van een sector, uit.”

 

Wat kan de overheid dan het beste doen om innovatie te stimuleren?

“Subsidies voor technisch-wetenschappelijk onderzoek, zoals de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk die mogelijk maakt, zijn zeer welkom. Verder lijkt mij een prijsvraag uitschrijven voor de beste innovatieve oplossing een aantrekkelijk scenario. Zo weten we dat er over tien jaar personeelstekorten in de ouderenzorg zijn. Laat de overheid een prijs uitloven voor de meest innovatieve zorgtechniek in 2030, die per oudere een bepaald jaarlijks geldbedrag mag kosten. Dan kunnen ondernemers nu al een innovatieve investering wagen om straks die prijs te winnen. Daarmee neem je in elk geval hun marktonzekerheid weg.”

 


Gesprek met innovatiedeskundige Eric Bartelsman_beeld_welvaartsgroei

 

Waarom is het belangrijk dat Nederland bijblijft? Wat als dat niet lukt?

“Om wereldwijd bij te blijven is productiviteitsgroei nodig; die staat aan de basis van onze welvaart. Wie wil die opgeven? Ik snap dat sommigen moeite hebben met het adagium ‘meer, meer, meer’. Maar echte welvaartsgroei zie ik zelf niet als een extra auto of telefoon kopen, maar mogelijkheden krijgen die je voorheen niet had, omdat sommige taken door computers worden overgenomen. Meer tijd om te genieten van mooie muziek bijvoorbeeld, of om leuke dingen voor elkaar te doen.”



Ook in deze editie

 

 

 

 

 

 

Infographic: hoe digitaal

is onze economie 

 

 

 

 

 

 

Digitale innovatie

in de praktijk 

 

 

 
"Libra was een
wake-up-call" 

 

 

 

 

 

 

PSD2: kenners over

nieuwe betaalrichtlijn 

Eric Bartelsman, hoogleraar economie en directeur van het Tinbergen Instituut, vertelt in dit interview met DNB hoe we ons staande kunnen houden in een data-gedreven maatschappij.

Loading ...